Herinneringen aan de oorlog
Geschreven door Nieuwsredactie Op 4 mei 2020
Tot 5 mei delen we persoonlijke verhalen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Verhalen van onze eigen inwoners, welke door het college van burgemeester en wethouders zijn geïnterviewd over hun herinneringen aan de oorlog.
Huub van der Weele woont zijn hele leven in Ouderkerk aan de Amstel en is 96 jaar. Toen de oorlog in 1940 uitbrak was hij 17. Wethouder Marian van der Weele interviewde hem over zijn herinneringen. Lees hieronder zijn verhaal.
Met hulp van dochter Aletta van der Weele voeren we ons gesprek via Whatsapp video en gaan we terug naar de oorlogsjaren. Huubs ouders zijn net als die van mijzelf uit Zeeland afkomstig. Huub groeide op in het pand Hooger-Lust, nu een rijksmonument aan het Hoger Einde-Zuid. Huubs moeder was vroedvrouw en zijn vader had een schildersbedrijf. Zover we weten zijn we geen familie maar onze Zeeuwse ‘roots’ scheppen wel een band.
Huub start met zijn herinnering als illegale krantenbezorger. In de oorlog werd er in Ouderkerk een illegale krant gemaakt met de titel “Ons Noodrantsoen”. De tekst werd geschreven door dominee van Nood, met tekeningen van Theo Michiels. Michiels stencilde de kranten in de pastorie. De dominee schreef de artikelen op basis van het nieuws dat hij hoorde op de illegale radio. Ook organiseerde ds. Van Nood met een aantal betrouwbare dorpsgenoten tijdens de oorlog de verdeling van onderduikers over de omgeving en zorgde hij voor bonkaarten afkomstig van overvallen op distributiekantoren. De radio was verstopt achter het orgel in de kerk. Eén van de verspreiders van “Ons Noodrantsoen” was Huub.
Leen Stapper, de slager aan de Amstelzijde bracht de krantjes bij Huub en Huub verdeelde het verder in het dorp. Ook werd de krant in Amstelveen en Vinkeveen gedistribueerd. In totaal een paar honderd stuks. Huub vertelt dat hij bij die distributie soms wel bang was om gepakt te worden. Het was geen probleem om te weten in welke brievenbussen hij het niet moest stoppen. Op het dorp wist iedereen wie NSB-lid was.
Op aanraden van de politiechef, vervolgt Huub, werd er in het dorp wacht gelopen. Huub nam met z’n vrienden de nachtbewaking op zich van het weiland aan de overkant van zijn huis (omgeving Gijsbrecht van Amstelstraat). De koeien en schapen van de boeren moest beschermd worden tegen diefstal. De Duitsers waren gedurende de nacht niet actief en het bewaken van het weiland was wat minder gevaarlijk dan het rondbrengen van “Ons Noodrantsoen”. De razzia’s vonden vaak vroeg in de ochtend plaats en om die reden sliep Huub gedurende anderhalf jaar niet thuis. Hij zou opgepakt kunnen worden om naar Duitsland gestuurd te worden voor de Arbeitseinsatz.
Om de razzia’s in de vroege ochtend te ontlopen sliep Huub met vijf vrienden op de zolder van Kwekerij Paddenburg, toen gelegen achter het huidige pand van StudioBELS aan de Dorpsstraat. Ook al was de reden hiervoor vervelend, toch was dat een leuke tijd, vertelt Huub. Er werd gekeet. Er stond een grote lege kist waar je je in kon verstoppen en vervolgens niet meer uit kon omdat een van de jongens erop ging zitten, verstopt achter strobalen. Met zwager Bert van Paddenburg, Arie en Harrie van der Velden, Jaap van der Neut en Dirk de Groot heeft Huub anderhalf jaar op de zolder geslapen.
De Duitsers, die waren gelegen in het munitiedepot op de Rondehoep West, waren oudere mannen, vertelt Huub, ingezet voor bewaking. Ze leken niet zo geïnteresseerd, de mannen hadden ook de Eerste Wereldoorlog meegemaakt. Toen er glas nodig was om een kapot raam van het munitiedepot te herstellen en de commandant dat bij Huub’s vader kwam halen, was er contact ontstaan tussen Huub en de commandant. Die verzekerde Huub dat hij tijdens een razzia moest zorgen dat hij bij het depot kon komen, dan zou de commandant zorgen dat hij niet opgepakt zou worden.
Tijdens een inval van de Duitsers in het ouderlijk huis van Huub was moeder van der Weele bang dat de geheime schuilplaats op zolder ontdekt zou worden. Huubs moeder was een kranige vrouw, gedurende de oorlog bleef ze vrouwen helpen met de bevalling. Ze ging pontificaal over het geopende luik van de schuilplaats staan met haar lange schort eroverheen. De Duitsers zagen de toegang tot de schuilplaats niet. Die moest verborgen blijven om Huub of anderen een plek te kunnen blijven bieden en zich te verstoppen tijdens razzia’s. Een dappere vrouw was ze die imponeerde. In 1945 ging ze met pensioen.
De bevrijding
Bij Huub thuis vernamen ze op de illegale radio dat de Duitsers hadden gecapituleerd. De Duitsers waren ook blij dat de oorlog was afgelopen herinnert Huub zich. Een paar dagen later was het feest op straat. Op het pleintje van Lampe (voor het huidige makelaarskantoor Wind) stond een kleine muziektent. Een bandje met accordeon, banjo en drum speelde muziek. Wat was het fijn om weer iets te kunnen kopen en weer thuis te slapen!
Huub en ik spreken af om – wanneer het gevaar voor coronabesmetting is geweken – samen koffie te drinken en dan nog eens ‘live’ door te praten over de herinneringen aan de oorlog.